De Westbank; Leven in een Gevangenis.

24 mei 2008 - Hebron, Palestina

Lieve vrienden, familie en andere lezers, het is een lang verhaal. Neem alstublieft even de tijd om het te lezen. Ik wil deze ervaring graag met jullie delen.

Gescheiden wegen voor de Palestijnen en de joodse settlers. Twee kinderen die worden tegengehouden door een Joodse soldaat en teruggestuurd, verboden terrein. Portretten op de muren in het vluchtelingenkamp. Portretten van de tienerjongens, doodgeschoten. Pamfletten van een mooie jongevrouw, martelaar, of in andere woorden, zelfmoordterrorist. Dit is een greep van de dingen die ik in een dag heb gezien en meegemaakt. Na drie maanden Israëlisch-Joodse propaganda, werd het tijd om de andere kant van het verhaal te horen. Ik bezocht de Westbank. Ik zag Hebron en Bethlehem en hoorde de verhalen vanuit een Palestijns perspectief. Aan het eind van de dag stond het huilen me nader dan het lachen.

Ter introductie even een heel korte en beknopte uitleg van de situatie in de Westbank. De Westbank is een gebied dat behoort tot de Palestijnse Autoriteiten. Het is dus geen gebied van de Israelische overheid. Het doel van de Joden is om heel Israel te bezitten (vanuit religieus perspectief). Joden bouwen hele wijken op Palestijns grondgebied. Israelische soldaten houden de wacht in het gebied om de settlers te beschermen. Maar helaas gaan ze vaak hun boekje te buiten door het vernederen van Palestijnen of erger…

Na een slechte nachtrust (we sliepen in een 8-persoonsdorm in een hostel) stonden we ’s morgens vroeg te wachten aan de rand van de oude stad in Jerusalem. We werden opgehaald met een klein busje. We hadden een tour geboekt bij Alternative Tours. De groep bestond uit tien personen, waarvan wij er vijf waren. Op weg naar Hebron dronken we een sterke koffie in een dorpje wat op de route lag. Een cafeineshot kon geen kwaad op deze morgen.

We reden Hebron in. De checkpoints stelde niet veel voor. Dat was mijn eerste gedachte. Later deze dag zou ik deze mening herzien. Eenmaal uitgestapt liepen we door de stad. Op het eerste gezicht een mooie stad die een Arabische sfeer uitademt. We wilden de plek bezoeken waar volgens de traditie verschillende bijbelse figuren zijn begraven. Een plek die door de jaren heen verschillende keren een kerk en een moskee is geweest. Voordat we de moskee konden betreden twee checkpoints.

‘Ook al ben je joods, zeg dat je christen bent.’ Zo luidde het advies van de gids. Aaron en Joe, twee Amerikaanse vrienden waarmee ik was, zijn joods. Bij het zien van Aaron’s paspoort keek de soldaat Aaron aan. ‘Hm, Strauss, you’re Jewish?’. ‘No, Christian’, ‘You’ve Jewish family?’, ‘Uhm… I’ve family here’, ‘You’re not aloud to enter.’ Ik stond er een meter naast. Met gemixte gevoelens keek ik naar het schouwspel.

Zonder Joe en Aaron gingen we verder. Het tweede checkpoint. Door een 18-jarig meisje met een norse blik en oerlelijke tattoeage op haar onderarm werd mijn deodorant afgepakt. Sommige mensen van onze groep werden gefouilleerd. Onze bagage werd uitvoerig bekeken. Het duurde even maar uiteindelijk konden we gaan. Deze controle viel nog mee. Wij waren immers toeristen. Moet je voorstellen. De moslims die naar hun eigen moskee willen moeten meerdere keren per dag door deze checkpoints. En juist deze mensen worden vernederd en nog uitvoeriger gecontroleerd. Even naar je eigen moskee om te bidden…

Het zoveelste moskeebezoek in mijn leven. Maar een ding had ik me nog niet gerealiseerd. Tijdens mijn cursus Religie, Macht en Fundamentalisme las ik over een liquidatie van meer dan 20 mensen in een moskee tijdens hun gebed. Toen de gids erover vertelde herinnerde ik het me weer. In 1995 opende een Joodse dokter genaamd Goldstein het vuur op een biddende menigte moslims. 29 mensen overleefden dat niet. En op die plek stond ik nu.

Hierna werden we weer herenigd met Aaron en Joe en dronken we thee bij een Palestijnse winkeleigenaar. We zaten buiten en keken uit op een soort kruispunt waar soldaten heen en weer liepen. De weg was afgezet met rood-witte blokken. Palestijnen en Joodse settlers mogen niet dezelfde weg betreden; Palestijnen hadden een meter om te lopen en de Joodse settlers een hele weg. Joodse settlers mochten auto’s rijden in dit gebied, Palestijnen niet. Twee jonge meisjes van nog geen tien jaar kwamen aanlopen. Ze wilde een korte weg nemen naar hun bestemming. Ze werden teruggestuurd en moesten omlopen. Ze sputterde wat tegen. Vertel een 8-jarige maar eens waarom ze hier niet mogen lopen… Maar zelfs kinderen worden hard aangepakt. Het neefje van de winkeleigenaar is om deze reden in zijn been geschoten. Een kind…

Een rondje door de souq lopen, lijkt een aangename afwisseling. Niets is minder waar. De souq is bijna uitgestorven. Veel winkels moesten sluiten, of zijn vrijwillig gesloten omdat er geen klanten meer kwamen door de Joodse infiltratie. Er zijn nog wel een paar winkels. We liepen door een smal steegje. Over het steegje was gaas gespannen. Waarom? Joodse settlers hebben hun huizen gebouwd bovenop de huizen en winkels van Palestijnen. En vanuit hun huizen gooien ze hun afval naar beneden. Recht op de winkelende mensen, op die ene meter waar mensen kunnen lopen.

Onze gids was een bekende in dit gebied. Een paar oude mannen zaten de kletsen op de hoek van de straat. Onze gids groette de mannen en wij bleven geduldig wachten. Ik keek wat om me heen. Links, rechts en toen naar boven. En toen viel mijn oog op een soldaat, die verscholen stond op het dak. Vol bewapend, met zijn oog op ons. We werden in de gaten gehouden. Sommige van onze groep hadden het niet eens opgemerkt. Zo voelt het dus om bespied te worden door een soldaat met een geweer op je gericht. Ik stond er maar twee minuten. Die mannen zitten daar een groot deel van de dag. Waar ze ook heen gaan, ze worden toch wel in de gaten gehouden.

Tot zover Hebron. We namen even pauze en aten in een restaurantje. Hierna vervolgden we onze weg naar Bethlehem. Als eerste brachten we een bezoek aan de plaats waar Jezus is geboren. Op deze plek staat de oudste kerk wereldwijd. Voor velen het hoogtepunt van hun bezoek aan Bethlehem. Voor mij een bijzaak.

Het vluchtelingenkamp maakte ontelbaar meer indruk. Het woord vluchtelingenkamp doet je misschien denken aan een tentenkamp zoals in Afrika soms wordt opgezet na een ramp. Dat is het niet. We zagen huizen van beter materiaal. Maar ze waren klein en dicht op elkaar gebouwd. Kamers van negen m2 waren sindskort nog het onderkomen van hele families. Langzamerhand worden de huizen beter. 
            Op de muren staan portretten getekend. Ik heb een vaag vermoeden waarom. Mijn vermoeden wordt bevestigd. Het zijn jongemannen en tienerjongens die zijn vermoord door Israelische soldaten. Waarom? Stenen gooien of een onschuldige vorm van verzet. De jongens van mijn eigen leeftijd waar ik nu naar keek, zijn vorig jaar nog om het leven gebracht. Nog meer pamfletten. Op een zie ik een mooie jonge vrouw. De gids, die veel families in dit kamp persoonlijk kent vertelt; ze was een martelaar, heeft zichzelf opgeblazen, geen doden. Onbegrip in de samenleving overheerst. Ze was intelligent, mooi en succesvol. Ze wordt gezien als een slachtoffer van ronselaars, een groep die jonge mensen overhaalt zelfmoord te plegen in naam van het volk of in de naam van God.

Inmiddels is mijn stemming aardig bedrukt. De dag is nog niet voorbij. Er staat ons nog meer te wachten. We worden ontvangen door de familie van een van de jongens die we op de muur getekend zagen. We dronken koffie bij een echtpaar waarvan hun zoon is vermoord. De huiskamer waar we zitten hangt vol met politieke posters en vooral, foto’s van hun zoon. Waar ik ook kijk, alles herinnert aan het conflict. Maar hoe kan het ook anders. Elke dag worden er Palestijnse jongens opgepakt en gevangen genomen zonder reden. Ze krijgen geen proces en worden gemarteld. Elke man heeft dit meegemaakt. Onze gids zegt tussen neus en lippen door dat ook hij twee jaar gevangen is genomen. Achter het echtpaar staan twee jongens, kleinzoons. De vraag van onze kant is of zij kunnen ontsnappen aan de gevangenisstraf. Nee natuurlijk niet, is het antwoord. Zij gaan hun vaders achterna. En de twee kleinzoons knikken. Ze kennen hun lot maar al te goed.

Zwijgend komen we weer buiten. Echt stevig op onze benen staan we niet meer. Allemaal zijn we aangeslagen door het verhaal. Een laatste ding stond ons nog te wachten. Het zien van de muur. De muur die Israëliërs om het Palestijns gebied heeft gebouwd. Een grijze, hoge massa. De muur die ik een paar keer in documentaires en op foto’s had gezien, werd nu een herinnering voor mij. Ik liep langs de muur en bekeek alle grafittiteksten en kunstprojecten. Weinig sporen van haat op de muur, veel wensen en leuzen. Deze muur maakt van Palestijns gebied een ware gevangenis. De soldaten zijn de gevangenisbewakers.

Maar een ding moet nog gezegd worden. Deze Israelische soldaten zijn 18- en 19-jarige jongeren die verplicht in het leger moeten dienen. De meeste van hen vrezen voor uitzending naar de West Bank. Niet alle Israelische jongeren staan achter het besluit van de overheid om de Palestijnen op deze manier te behandelen. Maar ook zij hebben geen keus. En vergeet niet dat ook zij verbitterd raken tijdens jaren functioneren in de West Bank.

De settlers die in dit gebied zijn gaan wonen, zijn veelal orthodoxe Joden die Aliyah (religieuze migratie) hebben gemaakt naar Israël. Zij geloven nog steeds dat de Messias komt als heel Israel in Joodse handen is. Zij hebben de mooiste huizen gebouwd op Palestijns grondgebied. En niet alleen op grondgebied, ook letterlijk op hun huizen.

Het werd tijd om de muur te passeren en terug te gaan naar Israëlisch grondgebied. Nog eenmaal een checkpoint. We werden vriendelijk toegelachen door een verveelde soldaat die vijftien leek. Na deze indrukwekkende uren in de West Bank keek ik nog een keer om.

Op de muur, naast een militaire post, onder rijen prikkeldraad hing een poster. ‘Peace be with you, Israel Ministry of Tourism’. Zo absurd, dat je er bijna om moet lachen.

 

Een paar feiten:

-          Er zijn 2000 Israëlische soldaten om 400 settlers te beschermen.
-          Er zijn 101 roadblocks in de oude binnenstad van Hebron.
-          In het vluchtelingenkamp wonen er 20.000 mensen op 1km2.
-          De greenline, de scheidingslijn tussen Palestijns en Israelisch gebied bedraagt 350km. De muur is 700 km, het dubbele. (En dan natuurlijk niet zodat het Palestijns gebied meer oppervlakte bedraagt, nee, juist minder dan afgesproken.)
-          Palestijnen moeten soms een halve km omlopen in plaats van de straat oversteken.

 

 

Foto’s

7 Reacties

  1. Johanna van Beek:
    24 mei 2008
    Erg indrukwekkend om dit verslag te lezen!
    Ik geloof best dat je even de knop om moet zetten als je weer buiten dit gebied komt.Succes verder nog met al je avonturen.Liefs, Johanna van Beek
  2. ouders Elles:
    24 mei 2008
    Heel indrukwekkend..
    Na het e.e.a. er over te hebben gelezen, jouw verhalen daar nog bij, heb ik toch een wat ´genuanceerder´ beeld van Israel gekregen.
  3. magdamulder:
    24 mei 2008
    oma:
    Ik moet je zeggen als ik die beelden zie op t.v.dat ik me kwaad maak en Amerika staat vierkant achter Israel.
    groetjes.
  4. sjanie maaskant:
    25 mei 2008
    heb je verhaal niet met droge ogen kunnen lezen,wat een indrukwekende dag moet dit geweest zijn.
    hoop zo dat dit idiote conflict nog eens stopt!
  5. margo mulder:
    25 mei 2008
    Dit is toch een iets ander verslag dan we doorgaans voorgeschoteld krijgen. Het klinkt allemaal niet erg hoopvol. Vooral de details in je verhaal maken het indrukwekkend en triest.
    Ik ben beniewd hoe het voor je is om dan weer naar de campus te gaan en de propaganda van de andere kant weer te horen.
    groet
    Margo
  6. Elly:
    27 mei 2008
    Een schokkende ervaring moet dit zijn voor jullie, die jonge mensen, martelaren en soldaten, maar ook de kinderen die een zelfde toekomst wacht, eigenlijk allemaal slachtoffers.........
  7. Ericaatje:
    3 juni 2008
    Hoi meissie
    Tja... welke woorden dekken de lading van wat jij beschrijft? Wat is de essentie van samenleven op een planeet????????????? liefs ericaatje zie je snel!